Dag van Zorg en Veiligheid: samenwerken en preventie ‘na corona’
De Dag van Zorg en Veiligheid was dit jaar volledig online. In de virtuele congresruimten werd veel gesproken over de kwetsbare groepen die door de economische gevolgen van de coronacrisis het moeilijk gaan krijgen. ‘Zoals we tijdens corona samenwerkten, zou dat eigenlijk altijd moeten.’ > Kijk het online verslag op www.dagvanzorgenveiligheid.nl

Nederland mag dan uit de lockdown zijn, het corona-virus en alle gevolgen zijn volop aanwezig op de Dag van Zorg en Veiligheid op 29 juni. Neem de vorm: duizend mensen hadden zich opgegeven om de sprekers, workshops, digitale informatiemarkt en netwerkmogelijkheden online bij te wonen.
Maar ook de gevolgen van de pandemie voor de meest kwetsbaren in de samenleving is alom tegenwoordig. ‘Grote zorgen’ maakt Erik Dannenberg van Divosa zich over de gevolgen in de samenleving. En Hans Boutellier van het Verwey-Jonker Instituut vreest dat veel mensen economisch en sociaal hard worden geraakt, ‘ook hele nieuwe groepen die zich dat nu nog niet realiseren’.
De onzekerheid als gevolg van de coronacrisis versterkt de angst onder professionals om te falen
Briljante mislukkingen
De opening van de dag is een stuk minder somber, met hoogleraar Paul Iske die zijn toehoorders voorhoudt dat ‘complexe situaties zoals de coronacrisis ook zorgt voor onzekerheid.’ En die onzekerheid versterkt het de angst onder professionals om te falen. “Terwijl we juist moeten blijven proberen en briljant moeten mislukken, willen we vooruitkomen.”
Wat is dan zo’n ‘briljante mislukking’? Iets dat anders loopt dan gedacht maar toch onverwacht waarde creëert en altijd een waardevolle les bevat. Iske: “Neem de eerste poging van Maarten van der Weijden om de Elfstedentocht te zwemmen. Het mislukte, maar hij haalde veel geld op voor de kankerbestrijding. En hij leerde er zoveel van dat de tweede poging lukte.”
“Hoe werkt dat dan in het sociaal domein, waar professionals ook niet willen falen omdat dat voor cliënten gevolgen kan hebben?”, wil dagvoorzitter Esther van der Voort weten. Ook daar moet je durven falen, zegt Iske, en dat bespreekbaar maken. “In de bouw zijn er langlopende projecten waarbij partners vantevoren elkaar het recht geven om te mislukken. Mensen die zo met elkaar omgaan, komen uiteindelijk verder.” Iske pleit voor het instellen van een prijs vanuit de VNG voor de meest briljante mislukking in het domein van zorg en veiligheid.
Verward gedrag
Als portefeuillehouders van het VNG-programma VLOT betraden daarna burgemeester Liesbeth Spies en wethouder Sven de Langen het podium. VLOT wil de zorg en samenwerking rond personen met verward gedrag verbeteren. De nieuwe Zorg- en Veiligheidshuizen worden van ‘onschatbare waarde’, zegt Spies. Hierin werken justitie, zorg en bestuur samen bij de aanpak van overlast, huiselijk geweld en criminaliteit.
Doel is om mensen zo goed mogelijk en vooral preventief te ondersteunen, zegt Spies. “Vroegsignalering is belangrijk. Maar preventie valt buiten de financieringssystematiek. Ik ben heel blij dat de gemeenteraad in Alphen heeft besloten dat er toch een deel van het budget voor het sociaal domein speciaal voor preventie wordt vrijgemaakt.”
Deelsessies
Enkele tientallen deelsessies gaven interessante inkijkjes in initiatieven en samenwerkingen tussen zorg, veiligheid en sociaal domein. Zoals bij GGZ in de wijk in Zeist. Gemeente, GGZ, wijkteam, verslavingszorg en welzijnswerk willen samen problemen voorkomen en aanpakken. “Elkaar leren kennen en elkaars taal leren spreken is hier een belangrijk onderdeel van”, zegt projectleider Anne Czyzewski. “Iedereen was ontzettend hard aan het werk, maar wat ontbrak is een gezamenlijk doel.”
Dat doel formuleert men onder andere tijdens een tweewekelijks casusoverleg. “Na dat overleg, met alle betrokken partijen, bepalen we welke drie in een bepaalde casus de leiding nemen”, vertelt Czyzewski. “Op die manier slaat we direct spijkers met koppen en voorkomen we dat afspraken niet worden uitgevoerd.”
Struikelblokken in de samenwerking en uitwisseling zijn privacyregels, allerlei ‘hekjes en schuttingen’ en elkaar goed verstaan, zegt Marcel van der Vaart van de gemeente Zeist. GGZ in de wijk bevalt echter goed en is nu uitgebreid naar alle vijf wijken van Zeist.
Onopvallend anders
Onopvallend anders, zorg voor verdachten met een licht verstandelijke beperking (LVB) is een ander voorbeeld van een samenwerking op het grensvlak van zorg, justitie en sociaal domein. René Vader van de politie vertelt over dit project in de Zeeuwse gemeenten Goed, Kapelle en Reimerswaal.
“Dertig procent van de verdachten heeft een licht verstandelijke beperking”, vertelt Vader. “We hebben het over een IQ tussen de 50 en 85. Ze hebben een laag taalvermogen, een laag probleemoplossend vermogen en kunnen bijvoorbeeld uitgaven niet overzien. Lastig is dat deze verdachten wel ‘streetwise’ zijn en hun beperking zoveel mogelijk verborgen houden voor de buitenwereld. Ze verliezen vaak hun baan, huis en uitkering. Daardoor zijn ze nog meer aangewezen op het criminele pad.”
Doel van Onopvallend anders is kennis over deze groep en bewustwording binnen de politie vergroten, en ook bekijken hoe het beste met verdachten met een LVB kan worden omgegaan. “In het ‘sociale verhoor’, waarbij we meer over de verdachte en zijn leefomstandigheden uitvragen, hebben we vragen geformuleerd om eventuele LVB-problematiek vast te stellen”, zegt Vader. Met het maatschappelijk werk is dankzij het project een ‘warme overdracht’ mogelijk. Er is een handleiding ontwikkeld. Vader hoopt dat de aanpak en de aandacht voor de LVB-groep verder wordt verspreid binnen de politie.
Minder curatief, meer preventie
Tussen de deelsessies door werd Erik Dannenberg van Divosa geïnterviewd over de gevolgen van corona voor gemeenten. Hij ziet door de coronacrisis voordelen voor samenwerkingen. “We moeten dit samen oplossen en dat heeft iedereen door. Zoals we tijdens de afgelopen maanden samenwerkten zou eigenlijk altijd moeten. Corona zorgde ook voor een ‘scheiding van de geesten’. Bij gemeenten was direct duidelijk welke organisaties door roeien en ruiten gingen om hun cliënten te bereiken en welke om extra geld vroegen, maar verder geen extra moeite deden.”
De toekomst is samenwerken in teams met verschillende expertisevelden, zegt Dannenberg. Lokaal worden daar prachtige resultaten gehaald. “Landelijk zijn er helaas veel obstakels in de financiering. Maar dit is wel de toekomst. Er moet meer aandacht en energie gaan naar preventie. We lijken nu huizenbezitters die wel willen investeren in timmerlieden om de vergane kozijnen te vervangen, maar niet in schilders die houtrot kunnen voorkomen.”
‘Gemeenten lijken huizenbezitters die wel willen investeren in timmerlieden om de vergane kozijnen te vervangen, maar niet in schilders die de houtrot kunnen voorkomen’
Sociale spanningen
De afsluiting van het online congres is een gesprek met Hans Boutellier van het Verwey-Jonker Instituut. Hij signaleert een daling van het aantal aangiftes, maar tegelijkertijd hebben politie en justitie het drukker dan ooit. Er zijn nieuwe veiligheidsvraagstukken die ook iets vragen van de samenwerking tussen de zorg- en veiligheidsdomeinen, stelt Boutellier. “De sociale spanningen als gevolg van tegenstellingen binnen de samenleving nemen toe. Er is een stapeling van problemen bij groepen die het gevoel hebben niet mee te doen in de maatschappij.”
Dan zijn er de economische en sociale gevolgen van de coronacrisis die de komende tijd zichtbaar worden. “Daar moet je lokaal iets mee”, zegt Boutellier. Tegelijk ziet hij ook een enorme veerkracht, zowel bij individuen als collectief. “Juist in afzondering weten mensen elkaar te vinden en elkaar te versterken. Dat is de enigszins paradoxale les van deze tijd.”