Podcast #8 – Utrechtse buurtteams werken anders

Sinds een aantal jaar heeft de stad Utrecht haar sociaal domein op een andere manier ingericht dan de meeste andere steden. In deze podcast vertellen Maarten van Ooijen, wethouder maatschappelijke ondersteuning en welzijn in Utrecht, Toke Tom, themadirecteur Sociaal Domein, Peter de Visser, bestuurder buurtteamorganisatie Sociaal, en Suzanne Verdoold, kwartiermaker bij specialistische jeugdhulp Extr@Utrecht, hoe de stad haar buurtteams en aanvullend specialistische hulp heeft vormgegeven. Wat zijn de sleutels in hun manier van werken? En welke lessen kunnen we daaruit trekken?

> Beluister de podcast over Utrechtse buurtteams in de serie Zaaigoed.

Foto bij podcast #8 bijgesneden

‘Het model van het Utrechtse sociaal domein ziet er niet heel anders uit dan dat van de meeste andere steden", vertelt Maarten van Ooijen. "Net als in de meeste gemeenten bestaat het model uit drie onderdelen: de informele basis (zoals buurtcentra), buurtteams en aanvullende zorg. Wat bij ons anders is, is de manier waarop we hiermee aan de slag zijn gegaan.’

Specialistische hulp vanuit buurtteam

De sleutel zit in de manier waarop Utrecht de buurtteams, en vooral de professionals daarin, heeft neergezet. Toke Tom: ‘Belangrijk is dat de professionals generalisten zijn. Net als huisartsen zijn ze specialisten én kunnen ze doorverwijzen. Specialistische hulp wordt bij ons dus door het buurtteam gegeven.’

Peter de Visser: ‘De toegangsfunctie via de buurtteams, wordt bij ons geïntegreerd in de zorg. Dat betekent dat ik als Utrechter niet eerst langs een bastion van toegangsgevers hoef, niet steeds mijn verhaal opnieuw hoef te vertellen. Individuele begeleiding laat zich moeilijk vangen in een arrangement. Onze professionals kijken naar wat iemand écht nodig heeft en werken met één ondersteuningsplan: dit geeft structuur aan de ondersteuning en het waarborgt de professionaliteit.’

Flexibel en kwetsbaar

Dit model zorgt ook voor lage administratieve lasten. Peter: ‘De professionals zijn zelf het beste in staat om de afwegingen te maken. Van het begin accepteerden we dat een organisatie leert, dat sommige dingen fout gaan. We hebben geen toverstok om alles beter te maken, maar op deze manier is het werk leuker en neemt de klanttevredenheid toe.’

"Professionals moeten bereid zijn hun oude manier van werken los te laten"

Het was wel even wennen om op deze manier te gaan werken. Toke Tom: ‘We hebben voor onze nieuwe organisatie mensen geselecteerd die dit wilden en goed zouden kunnen.’ Peter: ‘We hebben ze verteld dat ze veel ruimte en autonomie krijgen, maar dat daar ook de verantwoordelijkheid bij hoort. Ze moeten hun eigen keuzes maken. Ze moeten bereid zijn hun oude manier van werken los te laten, flexibel en kwetsbaar te zijn en op zoek te gaan naar een nieuwe manier van werken.’

Legohuisjes

Van de Utrechtse buurten en wijken werd een profiel gemaakt: welke expertise moet waar aanwezig zijn? Op basis daarvan werden de professionals verdeeld. Zij krijgen de ruimte om hun eigen specialistische afwegingen te maken. Zoveel mogelijk wordt geprobeerd om specialistische zorg aan te haken, in plaats van door te verwijzen. Toke Tom: ‘De specialistische zorg kan alleen functioneren zoals we willen, als ze gebiedsgericht gaan werken. Ze moeten elkaar, en bijvoorbeeld de school, ook kennen. Dat gebiedsgerichte is een pijler is ons systeem.’

Suzanne Verdoold: ‘We zijn de pilot gestart met het idee: laten we het maar gewoon gaan proberen. We lieten sindsdien de hulpverlening veel meer aan sluiten bij de hulpverlening die in gezinnen al bestond. Het gaat erover dat je elkaar kent, dat je van iedereen weet waar hij of zij goed in is en dat je bespreekt wat je specifiek van elkaar nodig hebt.’ Het zijn een soort legohuisjes, vindt Suzanne. ‘We bouwen legohuisjes en die noemen we ‘het aanbod’ of ‘het traject’. Maar soms heb je maar de helft van zo’n huisje nodig om het te kunnen.’

Niet op kennis zitten

In het Utrechtse systeem kijkt dus de buurtprofessional, samen met het gezin, naar welke specialistische hulp er nodig is. Suzanne: ‘Het buurtteam denk bijvoorbeeld dat er sprake is van trauma bij een kind. De psycholoog vraagt: "Welke kenmerken zie je dan?" De volgende keer weet de buurtteammedewerker nog beter welke vragen nodig zijn om te screenen of er sprake is van trauma.’ Het proces van delen van kennis, blijft zichzelf op deze manier steeds verbeteren.

Het gaat in Utrecht dus over delen van kennis, en niet zitten op kennis. Toke: ‘Goed samenwerken vraagt ook goed afstemmen. Je moet weten wie in een bepaalde wijk de belangrijke partners zijn, bijvoorbeeld een buurtpastoor die al jaren bij een gezin over de vloer komt. Als behandelaar, of dat nu een psychiater voor volwassenen of een jeugdpsycholoog is, zet begeleiding in de context van de klant in, in contact met hulpverleners die al in de wijk aanwezig waren.’

Beluister de podcast op Spotify of iTunes

Beluister ook onze andere podcasts in de serie Zaaigoed